Op zoek naar een geschikt

en betaalbaar notariskantoor?

Schenkingsrecht

Schenkingsrecht is de belasting die wordt geheven over de waarde van de geschonken goederen of van de bevoordeling die de begiftigde geniet. De schenker moet in Nederland wonen wil de Nederlandse fiscus kunnen heffen. De woonplaats van de begiftigde is niet van belang. De arm van de fiscus is echter lang. Als een Nederlander emigreert, bijvoorbeeld naar België, dan blijft gedurende tien jaar na zijn vertrek de Nederlandse fiscus over de schenkingen heffen. Neemt de emigrant die de schenking heeft gedaan een andere nationaliteit aan, dan wordt de termijn tot één jaar teruggebracht.

Schenking van ouder aan kind
Voor schenkingen van ouders aan kinderen gelden vrijstellingen. Zo kennen we een jaarlijkse vrijstelling van € 4.556 (vrijstelling 2009) per kind. Ouders kunnen eenmalig aan hun kinderen tussen hun achttiende en vijfendertigste belastingvrij een hoger bedrag schenken. Deze vrijstelling kan ook met succes benut worden als het kind waaraan wordt geschonken weliswaar ouder is dan 35 jaar, maar zijn/haar echtgeno(o)t(e) nog niet. In 2009 mag deze schenking per kind niet meer dan € 22.760 bedragen (vraag uw (kandidaat-)notaris om de actuele bedragen). 

Schenkingen door of aan twee personen die met elkaar gehuwd zijn, worden bij elkaar opgeteld. Het heeft dus geen zin een schenking te splitsen in een bedrag aan de zoon en een aan de schoondochter.

Eén schenking per jaar

Schenkingen die in de loop van één kalenderjaar aan een kind zijn gedaan, worden eveneens bij elkaar geteld als ware het één schenking. Als het al wat oudere schenkers betreft, kan het zinvol zijn in december een schenking te doen en in januari daarna. Binnen korte tijd kan dan een aanmerkelijk bedrag worden geschonken en kan tweemaal van de tarieven en vrijstellingen gebruik worden gemaakt.

Schenking aan kleinkinderen

Niet alleen schenkingen aan kinderen, maar ook aan kleinkinderen kunnen interessant zijn, met name als de kinderen het vermogen zelf niet nodig hebben. Het vermogen kan dan een generatie overslaan en wordt bij overlijden van de kinderen niet belast met successierecht.

Wel dient u op het volgende bedacht te zijn: schenkingen tussen ouders en kinderen worden zoals gezegd bij elkaar geteld als zij gedurende de loop van één jaar zijn gedaan. Voor schenkingen aan anderen, dus ook aan kleinkinderen, wordt deze periode verlengd tot twee jaren. Het belastingtarief dat geldt voor kleinkinderen is het percentage dat voor kinderen geldt vermeerderd met 60%. Voor schenkingen aan anderen, dus ook aan kleinkinderen, geldt (slechts) een vrijstelling per kleinkind van € 2.734 (vrijstelling 2009) per twee jaar, mits niet meer dan dit bedrag wordt geschonken. Het kan interessant zijn (als de kinderen daartegen geen bezwaar hebben) om bij testament aan de kleinkinderen te schenken, dat heet dan 'legateren'. Legaten gelden als aftrekpost in de nalatenschap zodat de kinderen daarover geen successierecht verschuldigd zijn. De kleinkinderen ontvangen een legaat gelijk aan de vrijstelling belastingvrij.

Wie betaalt het schenkingsrecht?
Hoofdregel is dat de begiftigden, bijvoorbeeld uw (klein)kinderen, het schenkingsrecht verschuldigd zijn. Het is ook mogelijk dat de schenker het schenkingsrecht voor zijn rekening neemt. Men noemt dit: 'de schenking geschiedt vrij van recht'. In feite gebeurt het volgende: u geeft een bedrag aan uw kind, waarover hij schenkingsrecht moet betalen. Doordat u ook dit recht betaalt, schenkt u dit dus eigenlijk ook. Over deze extra 'schenking' moet uw kind opnieuw schenkingsrecht betalen, dat u weer voor uw rekening neemt. Wie hierover nadenkt, komt vrij snel tot de conclusie dat er een oneindige reeks van steeds kleinere schenkingen ontstaat.

De wetgever heeft hiervoor een oplossing bedacht. U schenkt het bedrag én het schenkingsrecht; dit heet het primaire recht. Over de geschonken bedragen en het primaire recht wordt dan het uiteindelijk verschuldigde recht berekend. Bij grotere schenkingen (en dus bij een hogere progressie) kan een schenkingsvrij van recht een fiscaal voordeel opleveren.

Voorbeeld
Opa schenkt aan een kleinkind € 75.000 (a) vrij van recht, dat wil dus zeggen dat opa zelf het schenkingsrecht betaalt.
Het schenkingsrecht bedraagt € 10.665. De belaste verkrijging bedraagt nu € 75.000 + € 10.665 = € 85.665.
Het daarover verschuldigde 
 ten laste van de schenker komende – recht bedraagt € 12.752 (b). Het kleinkind verkrijgt dan netto € 75.000.

Had opa een bruto schenking gedaan van € 87.752 (€ 75.000 (a) plus het schenkingsrecht van € 12.752 (b)), onder de voorwaarde dat het kleinkind zelf het schenkingsrecht betaalt, dan zou het kleinkind daarover € 13.252 verschuldigd zijn en slechts € 74.500 (c) overhouden. Het voordeel bedraagt € 500 (€ 75.000 (a) minus € 74.500 (c)).